3. De knoop
Madame Poubelle vindt in de vuilnisbak van meneer Jansen een knoop. Een gouden knoop met een anker erop. Wat is dat voor een knoop, Madame Poubelle?
‘Dat is een knoop van een jas van een zeeman’, zegt ze. En: ‘Door een anker kan een boot niet wegdrijven.’ Ze wrijft de knoop mooi op aan haar jurk. Wat moet je met een knoop van een zeeman?
Madame Poubelle gaat naar huis en maakt van de knoop een oorbel. Eén oorbel, Madame Poubelle, is wel weinig, als je twee oren hebt.
Madame Poubelle neemt de ene knoop in haar handen. Ze kijkt naar de knoop. ‘Het anker is het teken van de hoop’, zegt ze, ‘ik hoop, is het zelfde als: ik wens.’ Ze zegt: ‘Ik hoop…, ik hoop…, ik hoop, dat ik nog een knoop vind.’